In Miami arresteert de politie een jongeman die net met een zelfgemaakte zeilboot uit Haïti is gekomen. Ze hebben de boot gevonden, evenals het dode lichaam van een van de andere opvarenden. Voor de jongeman dreigt nu niet alleen deportatie, maar ook celstraf of de elektrische stoel wegens moord.
Op advies van zijn advocaat schrijft hij voor de rechter zijn levensverhaal op. Zonder opsmuk schetst hij de wereld waarin hij opgroeide, een wereld vol armoede en verval, misdaad en bijgeloof, een wereld waarin leugens, bedrog en verraad de onderlinge verhoudingen bepalen. Als enige verweer heeft hij zijn wilskracht, zijn sarcasme en een zwartgallig gevoel voor humor.
Al schrijvend verandert zijn feitelijke verslag in een avonturenroman, een rauw misdaadverhaal en een hartverscheurende autobiografie.