In de jungle vol ontberingen en vijandige Papoea's zijn twee mannen tot elkaar veroordeeld…
In 1907 vertrekt een jonge luitenant-ter-zee met een klein marineschip vanaf de Molukken naar de zuidkust van Nederlands Nieuw-Guinea. Het doel van de expeditie is om de recent verworven kolonie te verkennen en goede betrekkingen met de Papoea's aan te knopen.
In plaats van een vreedzame en vruchtbare kolonie ontdekken ze een onafzienbaar, donker en moerassig oerwoud bewoond door koppensnellers en kannibalen. In een gewelddadige confrontatie is de luitenant gedwongen de bergen in te vluchten met als enige gezelschap de tolk Rufus, die een eigenzinnige boef blijkt te zijn. Na een barre tocht bereiken ze een hoogvlakte waar een Papoea-stam woont die nog nooit contact met de buitenwereld heeft gehad.
De witte reiger is een spannende avonturenroman en een indringend portret van twee mannen die niet alleen fysiek tot het uiterste op de proef worden gesteld, maar ook moeten overleven in een wereld waar hun achtergrond, cultuur en ervaring geen enkel houvast bieden.
Geert van der Kolk erfde het officiële verslag van de militaire exploratie van Nieuw-Guinea (1907–1915) van een oom die daar bestuursambtenaar was. Met zijn exotische details, gewelddadige feiten en peilloze misverstanden tussen de Nederlanders en de Papoea's, vormde dit verslag de kiem van Van der Kolks ongelooflijk meeslepende roman. Ter voorbereiding van De witte reiger reisde Geert van der Kolk naar Papoea en volgde het spoor van een van de eerste Nederlandse expedities.