Ik draag dit boek op aan mijn geboorteland Java, dat in majesteitelijke, eeuwige rust boven alle troebelen van bewogen, vergankelijke dagen uitrijst;
Aan Java, dat door den glimlach zijner lieflijke en lichte schoonheid alle wonden weer zal heelen en ook ons leed eenmaal in zijn rijke sagenwereld zal opnemen;
Aan Java, dat ons zooveel nader is gekomen sedert het, onbereikbaar ver, achter de horizon wegzonk…