Vier jongens van rond de achttien, zojuist geslaagd voor hun eindexamen, verzetten zich tegen het gezag van de volwassenen in hun omgeving, en eigenlijk tegen de hele wereld. Hun vaders vechten aan het front, hun moeders kunnen hen niet aan, de samenleving om hen heen is ontredderd.
Onder de dreigende ondergang van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk en tijdens de voor Hongarije zo noodlottig verlopende Eerste Wereldoorlog, verliezen de jongens niet alleen hun jeugd, maar ook hun geloof in werkelijke vriendschap en de hoop op een goede toekomst.
Sándor Márai schreef De opstandigen vroeg in zijn schrijversloopbaan. Hij heeft deze roman altijd beschouwd als zijn beste werk, dat het dichtst bij zijn persoonlijke leven stond.